Artificial intelligence. AI. Hemelhoog geprezen summum van technologische ontwikkeling. Als we sommigen mogen geloven, geldt bijvoorbeeld ChatGPT als de grootste revelatie van de laatste drie eeuwen. En inderdaad, de mogelijkheden van deze kunstmatige chatbox zijn verpletterend. In die zin is deze elektronische vraagbaak een absolute openbaring.

Gelukkig heeft deze technologie ook zijn beperkingen. En die blijken wanneer deze AI-variant de concurrentie met de menselijke creativiteit moet aangaan. Wat immers te denken van het navolgende gedrocht:
‘Mijn naam klinkt vreemd, een echo, hol,
de wereld vliegt als een lege bol.
Mensen praten – ik hoor geen zin,
hun stemmen waaien mijn hoofd niet in.
De dagen smelten, grensloos, vaag,
alsof ik droom en nooit meer waak.
Wat was echt en wat verzon ik zelf?
Mijn hoofd een doolhof, mijn hart een schelf.
Ik reik naar grond die niet meer draagt,
waar logica zich stil terugvraagt.
Verloren in wat eens vertrouwd
een spiegelblik die niemand houdt.
Toch flikkert ergens nog een licht,
een vlaag van helder, kort gezicht.
En al vervaagt de wereld weer,
Ik weet: ik was hier – even – meer.’
ChatGPT
Als je dit leest, weet je ogenblikkelijk dat er nog wel degelijk hoop gloort. Dat de menselijke hersencellen nog altijd in staat zijn poëzie te scheppen, die oneindig veel diepzinniger, gevoeliger en veelal kwalitatiever is.
De mens heeft nog altijd perspectief.
