• Schiphol

    Gisteren waren we op weg naar Schiphol. Wout en Emma zouden na aankomst aldaar doorreizen naar Calabria. En ik zou terugkeren naar Groningen. Ieder z’n deel.

    De afrit bij de luchthaven bleek ook het begin van een behoorlijke file. Stuk voor stuk mensen die een bestemming hadden. Of die mensen kwamen halen die een bestemming hadden. Hier vindt de moderne diaspora plaats. In ieder geval scheen iedereen behoorlijk haast te hebben, wat tot het nodige asociale weggedrag leidde.

    Vanmiddag pingt mijn telefoon. Vanuit Calabria laat WhatsApp me weten dat er bericht is. Foto’s van de diaspora. Wout en Emma blakend in de zon, een lokkende zee in de achtergrond. Emma in vakantiepose met een Moors kasteel als decor. Wout achter het bier op een terras. En een zonovergoten strand met gretige badgasten.

    Het lijkt allemaal ver weg en dat is het eigenlijk ook. De locatiegegevens maken duidelijk dat het hemelsbreed 1725 kilometer hier vandaan is. En toch zo dichtbij.

  • Buitenmensen

    Het is een prachtige lentedag. Geen wolk, volop zon. Wij verblijven in de tuin. Niet omdat we uitgesproken buitenmensen zijn, maar het schijnt eeuwig zonde te zijn dergelijk fraai weer te negeren.

    Niet dat er iets opvallends valt te beleven in de tuin. Er gebeurt namelijk niet veel. De planten dulden ons in hun midden en het gras heeft geen bezwaar tegen onze tuinstoelen. Ze bemoeien zich niet met ons en slechts zelden met elkaar. Flora is democratisch; iedere stem telt hier daadwerkelijk mee. Het overleg gaat traag. Te traag voor onze begrippen.

    Daarom hebben mensen in de natuur niets te zoeken.