• Klare taal

    Nederland heeft gesproken; de stemmen zijn bijna geteld. Jammer genoeg heeft de Heilige Geest vandaag verstek laten gaan, want er worden vandaag veel verschillende talen gesproken die niemand kan verstaan. Verliezers blijken toch winnaars, winnaars blijken slechte verliezers. Eén ding is zeker: de partijen die de afgelopen elf maanden de regering vormden, leveren maar liefst 36 zetels in. Dat is in ieder geval wel klare taal.

    Merkwaardig genoeg is de meest redelijke partij van de vier, het NSC, het kind van de rekening geworden. De partij van oprichter Pieter Omtzigt verliest al haar twintig zetels en verdwijnt uit de Tweede Kamer. De partij die veel van de chaos heeft veroorzaakt, het eenmansorkest uit Venlo, verliest weliswaar fors, maar strijdt nog altijd om de begeerde plek als grootste partij. De kiezer is wispelturig.

    Het schaakspel is ondertussen wel al begonnen. Er is nog weinig te merken van een zoektocht naar overeenkomsten. Nog steeds worden de verschillen benadrukt en combinaties naar het rijk der fabelen verwezen. Het zal dan ook interessant zijn om te zien hoe de woordvoerders de onvermijdelijke verandering in hun standpunten later onder woorden zullen brengen. Het semantische spel is op de wagen.

    Een echt mandaat is echter onduidelijk. Het midden lijkt de enige oplossing. Eén ding is echter wel overduidelijk: het is tijd om over een kiesdrempel na te denken.

    Al is het maar om het stembiljet tot aanvaardbare proporties terug te brengen.

  • Zijlijn

    Om 9.00 uur ’s morgens het lang verbeide bericht: het kabinet valt. Of preciezer: de ‘blonde roerganger’ trekt de stekker uit de regering en vaardigt de oekaze uit aan ‘zijn’ bewindslieden om zich terug te trekken.

    Daarmee komt er een einde aan dit merkwaardige, gearrangeerde huwelijk van VVD, NSC, BBB en PVV. Een onmogelijke combinatie, zoals vooraf werd vastgesteld en achteraf is bewezen. Een club met dusdanig tegengestelde belangen dat enige voortgang op essentiële terreinen vooraf al tot de onmogelijkheden leek te behoren. Fijnslijper Omtzigt pleitte voor rechtstatelijkheid, agrarische sloopkogel Van der Plas loog de boeren enige onmogelijkheden voor en gladjakker Yesilgöz observeerde en wachtte haar momenten af. En de Asielkoming? Die zweette van het eerste moment al peentjes. Bang dat zijn onuitvoerbare ideeën ontmaskerd zouden worden. Bang dat duidelijk zou worden in welke mate hij zijn achterban heeft voorgelogen. Bang dat zou worden onthuld met welk een kudde non-valeurs zijn partij de Tweede Kamer heeft besmeurd.

    En dus werd er telkens krampachtig de aandacht gevestigd op de niet bestaande asielcrisis. En een week geleden, toen pijnlijk aan de oppervlakte kwam dat het kabinet werkelijk niets tot stand heeft gebracht, gooide Geert de handdoek. Zijn actieplan met punten die al aantoonbaar onuitvoerbaar zijn gebleken, moesten worden omarmd door de andere partijen. Dat bleek de nooduitgang die hij zocht.

    De PVV keert terug naar de zijlijn en zal daar blijven ook. Geert is nu eenmaal weinig meer dan een van de stuurlui. Geert Walders, kortgezegd.