Voor de zoveelste keer in korte tijd bevind ik me bij de Bloedafname in het ziekenhuis. Sinds het vermoeden en later de diagnose reumatische artritis is uitgesproken, heb ik een schier onvoorstelbare hoeveelheid bloed in deze ruimte achtergelaten. Uiteraard begrijp ik dat veel kan worden afgeleid uit de waarden die in dit levensvocht kunnen worden gevonden, maar er lijkt mij toch ook een grens te zitten aan de hoeveelheid bloed die men kan missen. Je zou denken dat de medici daar wat clementer mee zouden kunnen zijn.

Er zit overigens ook een grens aan de hoeveelheid smakeloze outfits die een mens kan verdragen. Wat we in de gangen en wachtkamers van dit hospitaal aan wanstaltigheid voorbij zien lopen, is nauwelijks voor te stellen. Het is ook alsof niemand zich erom bekommert. Korte broeken, vormeloze truien, slobberige schoenen, morsige trainingspakken en wat dies meer zij. En dan hebben we het nog niet eens over de kapsels die hier voorbij deinen. Het lijkt wel alsof alle kappers in deze omgeving last van staar hebben.
Een bloedeloze bende met elkaar.
