• Sterren

    Om voor mij ondoorgrondelijke redenen moet ik vandaag ineens denken aan Jean Pierre Rawie. Misschien omdat ik de naam Groningen tegenkwam, misschien omdat iets me herinnerde aan zijn prachtige gedicht ‘Ad astra’. Gedachten zijn niet onder controle te houden; je bent geen herder van je eigen hersenspinsels. In ieder geval zoek ik de betreffende bundel erbij.

    Een schitterend vers. Zoals Rawie ons wel meer fraais heeft gebracht. Een vers, dat ook herinneringen oproept aan een zaterdagavond in 1973, toen ik al mijn moed bijeen had geraapt en een bezoek bracht aan het kunstenaarscafé AaBC aan, als mijn geheugen me niet bedriegt, de Haddingedwarsstraat in Groningen. Binnen trof ik een bont gezelschap. Rawie was overduidelijk stomdronken, maakte met iedereen ruzie en riep voortdurend beledigingen.

    Een groepje vazallen hing met verve de artistiekelingen uit. Alles ademde onechtheid uit. Klatergoud. Talentloosheid. Niets wees op een warme sfeer tussen gelijkgestemden. Geen route naar de sterren.

    En toen een oudere ‘nicht’ ook nog illegale seksuele voorstellen begon te maken, heb ik dat gesprek afgekapt en ben naar huis gefietst. Om er nooit weer terug te keren. Een mogelijke illusie armer, een stuitende ervaring rijker.