• Memory lane

    Clara en ik fietsen naar het centrum. De temperatuur is aangenaam en het is gelukkig droog. Een indian summer, kortom. We stallen onze karretjes op de Grote Markt en nemen plaats op het terras van de Drie Gezusters. Ooit was dit het ‘pièce de résistance’ in het portfolio van horecatycoon Sjoerd Kooistra. Een man met aanzien en tegelijk een gevreesd ondernemer. Tot bekend werd dat zijn imperium was gestoeld op intimidatie en afpersing, brouwerij Heineken hem het vuur na aan de schenen legde en hij geen uitweg meer zag. Een tragedie en tegelijk een bevrijding.

    We nemen beiden een espresso en naderhand beginnen we aan onze trip down memory lane. Via de Vismarkt bereiken we de Museumbrug en kunnen onze nieuwsgierigheid niet weerstaan. De Sledemennerstraat. Vijfenveertig jaar geleden haalde ik Clara hier voor het eerst op voor een etentje in De Faun. Alsof het gisteren is gebeurd.

    We lopen de Hoge der A af en volgen de route naar de Noorderhaven en de Spilsluizen. We bereiken de Ebbingebrug, gaan rechts en links en wandelen door de Hofstraat. Wouts voormalige praktijk is inmiddels weer een woonhuis. En het Thorbecke College is sinds jaar en dag een quasi-culturele vergaarbak.

    We werpen een blik op de Prinsentuin, gaan verderop door de Turfpoort, slenteren langs het Provinciehuis en belanden via de Schoolstraat in de Poelestraat. Sinds onze begindagen onherkenbaar veranderd. In de Peperstraat stellen we met genoegen vast dat Het Pakhuis de tand des tijds heeft weerstaan en nog steeds operationeel is. En dat ze een fijne witte wijn schenken. ’t Hijgend Hert is helaas door diezelfde tijd ingehaald. Misschien beter ook. We zoeken onze fietsen en keren terug naar Groenestein.

    Het verleden, het heden; ze vallen samen, maar komen niet overeen.

  • Kwetsbaar

    Vanmiddag zijn Clara en ik naar het centrum gewandeld. In de Martinikerk vindt een tentoonstelling plaats, een evenement waarbij de werken van beeldend kunstenaars worden gekoppeld aan gedichten. Op zich geen origineel uitgangspunt, maar we zijn benieuwd wat de – voor ons merendeel onbekende – kunstenaars en vooral de gevormde combinaties voor resultaten hebben weten te bewerkstelligen. Vooral omdat een van de kunstenaars Marianne Leeflang is, een destijds goede bekende van Stien. De onderlinge band werd minder hecht toen Hein en Stien naar Amsterdam verhuisden, maar het contact is altijd gebleven. Het zal apart zijn haar nu, na al die jaren, opnieuw te ontmoeten.

    De Oosterstraat baadt in een heerlijk lentezonnetje en we genieten van de wandeling. Op de Grote Markt heeft het winkelend publiek de terrassen weten te vinden. Een optimistische opmaat naar hopelijk een fijne middag.

    In de Martinikerk is het jammer genoeg bepaald niet druk. Slechts een dozijn geïnteresseerden heeft de moeite genomen hier te verschijnen. De Groningse happy few, denken we dan maar. Vrijwel direct ontdekken we Marianne, die andersom ons ook meteen herkent.
    “Clara, Diederik! Wat fijn dat jullie er zijn! Alles goed?”, vraagt ze enthousiast.
    Alles goed. En met haar ook, zoals duidelijk wordt na onze wedervraag.
    “Ik ben werkelijk heel benieuwd wat jullie mening is over mijn meest recente werk”, klinkt het verwachtingsvol. “Ik ben wat meer de kant van het realisme opgegaan. Met een thematiek die Clara zeker zal aanspreken: de kwetsbaarheid van de mens”.
    Die laatste toevoeging maakt ons extra opmerkzaam. We spreken af dat we na de rondgang langs de werken onze op- en aanmerkingen zullen doorgeven.
    “Tot straks bij de champagne dan”, wordt het eerste deel van de conversatie besloten.

    Die rondgang blijkt bepaald niet mee te vallen. De schilderijen variëren behoorlijk van kwaliteit en het niveau van de poëzie is ronduit matig. Gelukkig steken de schilderijen van Marianne met kop en schouders boven de rest uit. Fraai en indringend. Ik word er zelfs een beetje ongemakkelijk van, al die getormenteerde personages. Clara blijkt gefascineerd door deze weerslagen van menselijke fragiliteit. Helaas zijn de gedichten die aan haar schilderijen zijn gekoppeld met afstand de slechtste van de hele tentoonstelling. Hoe gaan we haar dat op een subtiele wijze vertellen?

    Dat blijkt even later geen problemen op te leveren.
    “Ik wist wel dat jullie dat direct zouden zien”, neemt Marianne onze zorgen weg. “Ik ben daar ook helemaal niet gelukkig mee, maar helaas ben je aan de grillen van de samensteller overgeleverd. Aan de andere kant: zo vallen mijn werken misschien extra op”.
    Dat is dan ook weer waar. Het optimisme van eerder blijkt te resulteren in een positieve benadering van onvermijdbare tegenslagen. De ultieme wapens van de kwetsbare mens.