Reislust en eenzaamheid

Hoewel ik in de achterliggende decennia talloze reizen naar verre bestemmingen heb gemaakt, ben ik toch het liefste thuis. Zeker, veel van die bestemmingen heb ik met veel plezier en genoegen bezocht. Praag, Sint-Petersburg, Vale do Lobo, Parijs, Berlijn, Helsinki, Kaapstad… het is een behoorlijke reeks namen van steden. Stuk voor stuk met hun eigen charmes. En dan heb ik het nog niet eens over de uitgesproken exotische oorden en landen, die ik in het kader van mijn werk heb bekeken. Meestal als bijprogramma van een wetenschappelijk congres of een aanlokkelijk bijproduct van een universitaire lezing. Schitterende ervaringen. Maar altijd met de eenzaamheid van een bevreemdende hotelkamer. En dus was ik altijd blij wanneer ik weer de eigen voordeur achter me dichtsloeg en de vertrouwde woonkamer kon opzoeken. Globetrotter en kluizenaar ineen.

Dat aspect van kluizenaar is de laatste jaren sterker geworden. Nu het beroepshalve allemaal niet zo nodig meer hoeft, ben ik het liefst ‘rundum Hause’. Natuurlijk reizen we af en toen nog naar Engeland, naar de kinderen. Maar dat is uiteraard ook een vorm van thuiskomen; we hebben lang genoeg in dat fraaie land gewoond. Voor de rest blijft onze reislust beperkt tot Nederland.

Die reisbeperking doet me ineens denken aan de dichter Berend Lasseur. Een lineair omgekeerde situatie. Door chronische ziekte (MS), was hij aan huis gebonden, wat zijn poëtische productie overigens bepaald ten goede kwam. Hij probeerde het gevoel van beperking, van gebondenheid, van eenzaamheid onder woorden te brengen. Helaas bleek hij geen groot talent te hebben. De Arbeiderspers gaf zijn enige bundel uit. Meer uit medelijden, dan om redenen van kwaliteit, gaf directeur Theo Sontrop later toe. Een slechte motivatie. Het bleef dan ook terecht bij die ene bundel: ‘Wie wat bewaart heeft wat’. Lasseur stierf een jaar later.

Als het allemaal niet zo treurig was, zou je gaan lachen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *